Naar aanleiding van een recent gesprek met een groep van mensen uit het bedrijfsleven, dreef een man me verbaal in het nauw en zei: ‘Ik werk hard, ik ben behoorlijk succesvol, ik heb een stabiel, tweede huwelijk en kinderen die het goed doen … en toch heb ik vaak het gevoel niet tevreden ben met mijn leven en ik weet niet waarom. Ben ik gestoord?’
Zijn vraag deed me denken aan een voortdurende controverse over de komende herziening van de Diagnostic & Statistical Manual of Mental Disorders, de DSM-5. Velen bekritiseren het omdat het normale variaties van de menselijke emoties en gedrag in mentale stoornissen verdraait. Het genereert waarschijnlijk meer diagnoses voor depressie of ADD, bijvoorbeeld. Zijn meest prominentste criticus is Allen Frances, de psychiater die de commissie tijdens het opstellen van de vorige editie voorzat. Onder zijn kritiek en die van anderen viel o.a. dat de herzieningen zullen leiden tot het voorschrijven van meer drugs tijdens het “behandelen” van de groeiende definities van geestelijke stoornissen.
Deze drift middels weg ‘weg’ definiëren van psychische stoornissen naar boven is verontrustend. Maar ik denk dat het een ander belangrijk, grotendeels genegeerd, probleem maskeert: er is geen goede definitie te vinden hoe psychische gezondheid eruit ziet in de wereld van vandaag, in tegenstelling tot verstoring.
Mijns inziens heeft de geestelijke gezondheidszorg grotendeels genegeerd te begrijpen wat gezond denken, emoties, geest en gedrag, lijken te zijn in onze 21e eeuwse wereld van snelle veranderingen, interconnectie, constante flux en onvoorspelbaarheid. Probeer “geestelijke gezondheid” maar eens te googlen. De meeste resultaten zijn beschrijvingen van een psychische ziekte of aandoening en hoe het te behandelen. Of, het is beschreven als de afwezigheid van ziekte.
Bij het onderzoeken van dit heb ik een scala aan mensen over hun opvattingen geïnterviewd, betreffende psychische gezondheid in de wereld van vandaag. Zij omvatten gewone mensen, psychotherapie “consumenten”, academische onderzoekers, en geestelijke gezondheid beoefenaars. (En ik nodig lezers uit om in het ‘Comment’ veld hun eigen standpunten aan te bieden).
Ik vind dat de meesten blanco blijven bij een poging om een definitie te bepalen die niet meer is dan een vage, algemene uitdrukking. Het dichtst bij een heersende opvatting van gezondheid onder de beoefenaars, voor zover die er is, is een succesvol “management van” en “omgaan met” oude conflicten. Het residu van emotionele schade door vroege trauma’s en conflicten die kunnen ontstaan tijdens iemands vroege ontwikkeling of latere levenservaringen, indien niet genezen en onbewust gelaten, wordt zichtbaar in definieerbare symptomen en dysfunctie, van mild tot ernstig.
Het creëren van meer bewustzijn over hoe je conflicten dient uit te spelen in het leven en het succesvol leren beheren en omgaan met de overblijfselen, zijn essentieel en waardevol voor een gelukkiger en beter functionerend leven. Maar er zijn twee problemen met deze kijk op “gezondheid.” Eén daarvan is dat het ontbreekt aan een beeld van wat een psychologisch gezonde persoonlijkheid is voorbij succesvol managen en beheren. Het is statisch. Het heeft geen beeld van hoe of op welke manier een psychologisch gezond persoon zou moeten blijven groeien en evolueren door het leven.
Het tweede probleem is dat veel mannen en vrouwen in staat zijn om te beheren en om te gaan met de resten van oude conflicten. Maar ze lijden onder nieuwe conflicten als ze zich proberen aan te passen aan nieuwe uitdagingen en omstandigheden in hun relaties en het werkzame leven, als men probeert het geluk in zich te vinden.